De Ingrid Marie is in 1910 in Denemarken ontstaan. Op de landbouwschool in Flemlose in Funen werkte meneer Madsen als leraar veredelingstechnieken. Hij ontdekte de appel en noemde hem naar zijn dochter Ingrid Marie. Tot aan de tweede wereldoorlog is de boom veel gebruikt als productie appel. Daarna werd hij verdrongen door nieuwe rassen.
De Ingrid Marie is een mooi rood-geel appeltje. De kleur van de schil kleurt het vruchtvlees vaak roze. Hij smaakt zoetzuur, en heeft een licht aroma. De appel is plukrijp in september, maar heeft in december pas zijn volle aroma bereikt. Je kunt hem zo eten, maar ook goed tot moes verwerken.
De boom doet het goed op alle soorten grond. Hij houdt van een vochtige niet te warme omgeving. In een droge zomer heeft hij het nodig om besproeid te worden.
Zowel als hoogstam, struik of lei heeft de boom een mooie vorm. Hij is geliefd bij hobby telers.